Spectacle vivant – Podiumkunsten

Spectacle vivant : une première approche des artistes émergents en Flandre et dans les Hauts-de-France – Podiumkunsten: een eerste verkenning van opkomende kunstenaars in Vlaanderen en Hauts-de-France

Le 25 novembre, les artistes du spectacle vivant et les programmateurs de Flandre (Belgique) et des Hauts-de-France participaient à une rencontre un peu particulière au Phénix de Valenciennes. Lors de ce “Tinder artistique” baptisé It’s a match, organisé dans le cadre du Next Festival, 17 artistes émergents ont présenté leur futures productions. Un exercice périlleux qui a mis en exergue les différents aspects de la notion-même d’émergence chez les artistes.

Op 25 november 2022 namen podiumkunstenaars en programmatoren van Vlaanderen en Hauts-de-France deel aan een toch wel bijzondere bijeenkomst in Le Phénix in Valenciennes. Deze ‘artistieke Tinder’, voor de gelegenheid omgedoopt tot It’s a match, werd georganiseerd in het kader van NEXT Festival. 17 opkomende kunstenaars presenteerden er hun toekomstige producties. Een heuse onderneming die al meteen de uiteenlopende aspecten van de term ‘opkomend’ liet zien.

Une situation “délicate“. L’adjectif a été employé, répété, souligné par les deux animateurs de la rencontre, en français et en néerlandais. Julien Fournet et Diederik Peeters ont appelé à la plus grande bienveillance face aux artistes qui allaient se retrouver en état de “vulnérabilité”, tout au long de la journée. Et si c’était ça, le premier symptôme de l’émergence : la vulnérabilité ?

Pas facile, en effet, de parler de son projet, qu’il faut achever, devant des programmateurs, qu’il faut convaincre. Le tout en huit minutes chrono. Que dire ? Que montrer ? Comment donner envie ? Comment ne pas se trahir ? Joren Vandenbrouck a choisi de raconter tranquillement la genèse de son spectacle Three Geraniums. Photos à l’appui, il a montré comment le thème de la solitude lui était venu en mangeant la quasi-totalité d’une barquette de lasagnes pour 2-3 personnes. Samah Hijawi a fait goûter son projet Kitchen.Table en partageant origan, sésame et sumac au public quand Princess Isatu Hassan Bangura a déclamé au pupitre un discours puissant en anglais.

Pas facile, non plus, de mettre des mots sur des émotions, des ambitions, des gestes. Alors, parfois, le plus simple est d’opter pour le concret. Le descriptif.  “Je me suis focalisé sur le geste de clouer pendant une heure”, soulignait Julien Herrault, plasticien, performer et vidéaste de 40 ans, en abordant “Seule reste la mémoire de nos souffles”, sorte de paysage mental où l’artiste poursuit sa recherche sur le corps ouvrier. “Je travaille avec un maître diphonique en Mongolie”, précisait-il, lui qui développe sa prochaine création alliant performance et vidéo documentaire.

Broos’. Een adjectief dat de twee moderatoren van dienst meermaals lieten vallen en onderstreepten, zowel in het Frans als het Nederlands. Julien Fournet en Diederik Peeters deden daarmee meteen een beroep op de welwillendheid van het publiek tegenover deze artiesten die zich de hele dag van hun meest kwetsbare kant zouden laten zien. En is dat niet meteen al een eerste kenmerk van ‘opkomend’: kwetsbaarheid?

Het is in ieder geval geen makkelijke oefening om over je project-in-wording met programmatoren te babbelen en hen weten te overtuigen. En dat alles zeer strak getimed, in nauwelijks 8 minuten. Wat zeg je best? Wat moet je laten zien? Hoe creëer je goesting? Zonder jezelf te verraden? Joren Vandenbrouck koos ervoor om rustig te vertellen over de ontstaansgeschiedenis van zijn voorstelling Three Geraniums. Aan de hand van foto’s liet hij zien hoe hij op het thema van de eenzaamheid was gekomen terwijl hij een portie lasagne voor 2 tot 3 personen op zijn eentje naar binnen duwde. Samah Hijawi gaf het publiek een letterlijk voorproefje van haar project Kitchen.Table door oregano, sesam en sumak uit te delen terwijl Princess Isatu Hassan Bangura vanaf het spreekgestoelte een krachtig betoog in het Engels hield.

Het is al evenmin een makkelijke oefening om gevoelens, ambities of gebaren onder woorden te brengen. Vaak is de eenvoudigste weg om het concreet te houden, te omschrijven. “Ik heb me een uur lang gefocust op het gebaar van het nagelen”, onderstreept Julien Herrault, een 40-jarige beeldende kunstenaar, performer en videast, toen hij begon aan zijn Seule reste la mémoire de nos souffles, een soort mentaal landschap waarin de kunstenaar op zoek gaat naar het werkende lichaam. Voor deze creatie in wording, waarin hij de genres van performance en documentaire met elkaar verbindt, heeft hij “samengewerkt met een meester in difonische gezangen in Mongolië”, verduidelijkt hij nog.


Thèmes millénaires, temporalité élastique

Pourrait-on distinguer leur émergence par l’originalité des thèmes développés dans les projets artistiques ? Cela ne saute pas aux yeux. On interroge le rapport au public, à la mort (Julie Botet), on questionne l’identité (Gurshad Shaheman), on dénonce les discriminations (Collectif Herman), la pollution (Younes van den Broeck), on raconte la passion (Jeanne Lazar)… Des thèmes millénaires, des sujets de sociétés véhiculés par les médias…

Le parcours respectif des artistes présents lors de cette journée indiquerait que l’émergence ne serait pas corrélée à une temporalité particulière. Jeanne Lazar est sortie de l’École professionnelle d’Art dramatique de Lille en 2015, à l’époque où Madga Kachouche formait le duo plastique MKNM. Edoardo Ripano obtenait son diplôme en études théâtrales en 2006, l’année où Julien Herrault intégrait le Centre national de danse contemporaine d’Angers.

Temporalité différente… et parcours qui le sont tout autant : Joshua Serafin est originaire des Philippines, Lydia McGlinchey d’Australie, Arno Ferrera d’Italie, Gurshad Shaheman d’Iran… Leur point commun ? Tous ces artistes sont soutenus par des structures des deux côtés de la frontière : Theater Antigone, Kunstencentrum BUDA (Kortrijk), Le Bateau Feu (Dunkerque), Campo (Gent), l’Espace Pasolini (Valenciennes), Le Gymnase (Roubaix), NTGent, l’Opéra de Lille, Le Phénix (Valenciennes), Pianofabriek, La rose des vents (Villeneuve d’Ascq), Schouwburg (Kortrijk), CC De Steiger Menen, CC De Schakel (Waregem), le Théâtre du Beauvaisis, Toneelhuis (Antwerpen), Le Vivat (Armentières), Kunstencentrum Viernulvier (Gent). C’est là qu’ils sculptent leurs travaux pluridisciplinaires.

Et tous ont la nécessité de faire tourner leur spectacle. C’était d’ailleurs tout l’enjeu de cette rencontre “tinderesque”, où les appels du pied au programmateur étaient souvent passés avec le sourire. “Nous recherchons des soutiens pour monter notre projet” est l’une des phrases qui achevaient bien souvent les interventions. Diffuser son travail dans les milieux professionnels, provoquer le contact avec le milieu artistique, comprendre les rouages du métier… autant de gageures pour les artistes émergents de notre territoire. “Délicat”, on vous a dit.

Eeuwenoude thema’s, rekbare tijdelijkheid

Herken je opkomende kunstenaars dan misschien aan de originaliteit van de thema’s die ze ontwikkelen in hun artistieke projecten? Ook daar springt er niet meteen iets uit. Ze stellen de band met het publiek of met de dood in vraag (Julie Botet), gaan op zoek naar identiteit (Gurshad Shaheman), keren zich af van discriminatie (Collectif Herman), stellen vervuiling aan de kaak (Younes van den Broeck), of hebben het over passie (Jeanne Lazar). Eeuwenoude thema’s of sociale issues die alom in de media opduiken.

Het parcours dat de deelnemende kunstenaars hebben afgelegd wijst erop dat ‘opkomend’ niet samenhangt met een bepaalde periode. Jeanne Lazar studeerde in 2015 af aan de École professionnelle d’Art dramatique de Lille, op het moment waarop Madga Kachouche het kunstenaarsduo MKNM vormde. Edoardo Ripano haalde zijn diploma theaterwetenschappen in 2006, het jaar waarin Julien Herrault het Centre national de danse contemporaine d’Angers vervoegde.

Andere tijden, en compleet andere wegen: Joshua Serafin is afkomstig van de Filippijnen, Lydia McGlinchey van Australië, Arno Ferrera van Italië, Gurshad Shaheman van Iran… Wat hebben al deze kunstenaars dan gemeen? Ze worden allemaal ondersteund door structuren aan beide zijden van de grens: Theater Antigone, Kunstencentrum BUDA (Kortrijk), Le Bateau Feu (Dunkerque), Campo (Gent), l’Espace Pasolini (Valenciennes), Le Gymnase (Roubaix), NTGent, l’Opéra de Lille, Le Phénix (Valenciennes), Pianofabriek, La rose des vents (Villeneuve d’Ascq), Schouwburg (Kortrijk), CC De Steiger Menen, CC De Schakel (Waregem), le Théâtre du Beauvaisis, Toneelhuis (Antwerpen), Le Vivat (Armentières), Kunstencentrum Viernulvier (Gent). Dat zijn de plekken waar ze hun multidisciplinaire projecten vormgeven.

En allemaal willen ze met hun voorstelling op tournee gaan. Dat was trouwens het hele opzet van deze Tinder-ontmoeting, waar vaak met de glimlach beroep werd gedaan op de programmatoren. De presentaties eindigden meermaals met “We zoeken ondersteuning om ons project te kunnen ontwikkelen”. Je werk in professionele kringen binnenkrijgen, je inwerken in het artistieke milieu, de kneepjes van het vak leren kennen: het zijn stuk voor stuk grote uitdagingen voor de opkomende kunstenaars van ons grensoverschrijdend gebied. We zeiden het al: ‘broos’.

Reportage: Nicolas de Ruyffelaere

Vertaling: Conny Van Gheluwe

Talent à l’honneur

Nous voulons mettre les talents émergents sur le devant de la scène à travers une série de portraits de créateurs dans les régions du GECT Flandre occidentale / Flandre – Dunkerque – Côte d’Opale et du GECT Eurométropole Lille-Kortrijk-Tournai.

Makers in de kijker

Wij willen opkomend talent op de kaart zetten door een reeks portretten en beschouwingen over makers in de regio’s van de EGTS West-Vlaanderen / Flandre – Dunkerque – Côte d’Opale en de EGTS Eurometropool Lille-Kortrijk-Tournai.

Source: Spectacle vivant : une première approche des artistes émergents en Flandre et dans les Hauts-de-France – Podiumkunsten: een eerste verkenning van opkomende kunstenaars in Vlaanderen en Hauts-de-France

Laisser un commentaire

%d blogueurs aiment cette page :