De Blauwe Ruit: Roubaix en de Marque

Je kan de hele metropool rond fietsen met water aan je zijde. Je peddelt van platteland naar stad, van open golvend landschap door betonnen stadsvalleien en langs groezelige achtertuinen naar groene vlakten, van de ene regio naar de andere. Water kent geen grenzen, net als deze fietstocht. UiT neemt je in drie episodes mee langs…

Bomen, sluizen en ijzeren hefbruggen schuiven voorbij. Watervogels dobberen op het water van het Canal de Roubaix. Blazende ganzen maken het af en toe duidelijk dat het jaagpad van hen is. Ik ben geruisloos de Franse grens overgereden en rijd op het grondgebied van Leers en Wattrelos. Vroeger was hier het douanekantoor van Grimonpont. Voor sommige binnenschippers was het een bijverdienste om tabak over de schreve te smokkelen.

Stinkende drab

De bomenrij heeft intussen plaats gemaakt voor groene waterpartijen. Het jaagpad is hier onverhard, en dat zal zo blijven tot in het centrum van Roubaix. Wat verder zie ik een buis helder water storten in het kanaal. Dat was vroeger anders. Het water van de Marque en van de Spiere behoorden jarenlang tot de meest vervuilde waterlopen van Europa. Langs deze waterlopen liep het huishoudelijk en industrieel afvalwater van een groot deel van de Rijselse metropool richting Schelde. In de negentiende eeuw was er nog geen sprake van gescheiden rioolstelsels: regenwater en afvalwater werden via de zelfde weg afgevoerd. Er was zelfs een tijd dat binnenschippers weigerden om over de stinkende drab te varen. In de jaren 2000 investeerden de Franse en Belgische overheden in waterzuivering. In Pecq en Moeskroen kwamen nieuwe installaties en de constructie van het zuiveringsstation van Wattrelos – Grimonpont had een onmiddellijk effect op de waterkwaliteit.

Kuhlmann

Het jaagpad brengt me langs een vlakte die aan de littekens te merken een industrieel verleden heeft. Langs het water van Roubaix en Tourcoing stonden indertijd tientallen textielbedrijven, ververijen en brouwerijen. Hier in Wattrelos bevond zich de chemische fabriek Kuhlmann, een producent van veevoedergrondstoffen, wasproducten en fosfaten. Maar liefst 900 mensen werkten er midden de twintigste eeuw. In 1983 sloot het bedrijf de deuren, wat opnieuw een klap voor de tewerkstelling betekende in een al zwaar getroffen regio. De erfenis voor het milieu was nog groter: hier lagen tientallen hectare vervuilde grond, voornamelijk de chroomvervuiling baart er tot vandaag nog zorgen. Na intense saneringswerken is de site nu opengesteld voor wandelaars. De gebouwen zijn afgebroken, de grond is gezuiverd en natuur neemt stilaan de ruimte in.

IMG_2469

Reconversie

Het vele groen rond het kanaal maakt plaats voor een meer voorstedelijk landschap. Het water snijdt hier door verlaten industrieterreinen en afvalinstallaties. De rust van het water compenseert de aanblik.

De signalisatie is voortreffelijk, en dat zal ook zo blijven. De wit-groene borden tonen duidelijk wanneer je het kanaal moet oversteken en langs welke kant je hoeft te rijden. Tot ik in Wattrelos plots voor een nadarhekken sta dat de weg verspert. Er zijn werken aan de passage langs het kanaal. En er is geen omleiding aangeduid. Met behulp van de gps maak ik een omweg en passeer zo de Rue de Avelghem. De arbeidershuizen staan er verwaarloosd bij. Dit was in de negentiende eeuw een bruisende buurt met tientallen bedrijven. Sedert de jaren negentig is deze buurt in reconversie. Nieuwe bedrijfspanden rijzen uit de grond, openbaar vervoer krijgt hier een prominente plek. Straatnamen als Rue de Avelghem en Rue de Tunis illustreren de geschiedenis, het zijn getuigen van de arbeidsmigratie in onze regio.

Mijn intrede in Roubaix is weinig glorieus. Net als de omgeving. Het kanaal loopt recht de stad in, de kaaien hebben klinkende namens zoals Quai de Brest, Nantes en Bordeaux. Mooie ijzeren bruggen en sluizen bakenen delen van het kanaal af. Maar de straten die het kanaal dwarsen zijn grauw, grijs en verlopen. Aan de Quai de Bordeaux rijd ik langs een kamp van Rom-zigeuners. Een man morrelt aan een auto, kinderen spelen in het stof. In een uithoek van het kamp staat een provisoir toilet zonder aansluitingen. Dit is een tijdelijk kamp denk ik. Bij mijn thuiskomst ga ik toch even zoeken in het archief van de lokale krant La Voix du Nord. Deze Roma leven al sedert 2013 langs dit stukje van het kanaal. Een situatie die de voorbije jaren al tot spanningen heeft geleid met de wijkbewoners.

Eind de negentiende eeuw was de spanning langs deze kanaalboorden eveneens te snijden. Heel wat arme Belgen kwamen naar de Noord-Franse textielbedrijven – of wat verder naar de mijnen – om te kunnen werken. Ze werden niet altijd met open armen onthaald door de Franse arbeiders die zich beconcurreerd voelden. Terecht, want de Vlamingen en Walen waren vaak tevreden met een lager loon. Rond 1885 waren er meer dan 320.000 Belgen in Noord-Frankrijk.

IMG_2477

Union

Ik fiets relatief comfortabel langs het kanaal, gelukkig is er een fietspad want de opdringerige auto’s laten amper ruimte. Links zie ik de stad met de vele schoorstenen, ‘les beffrois du travail’. Aan mijn rechterzijde zie ik een immense vlakte met her en der verlaten industriële gebouwen en ertussen gloednieuwe panden uit glas en staal en beton. Dit is l’Union, misschien wel het grootste reconversieproject van deze regio.

De sterkhouders op deze site van tientallen hectare waren textielbedrijf La Tossée en de brouwerij Terken. Tot 1970 bruiste het hier van de activiteit. De site kwam na het sluiten van de fabrieken snel in verval. Vanaf de jaren 2000 groeide de ambitie bij politici en andere leiders uit de streek om van deze site een vuurtorenproject te maken. De site l’Union zou een plek moeten worden waar nieuwe technologie werd gecreëerd, met de schaal en uitstraling van andere succesvolle reconversieprojecten in de metropool: Euralille, Eurasanté, Euratechnologies en Haute Borne. De site van l’Union is sedertdien in volle ontwikkeling. Het centrale thema van de activiteit is de mix tussen digitale technologie, media en beeld. Bedrijven verzamelen zich wat verderop in Plaine Images, een ecocologische wijk krijgt geleidelijk aan vorm. Op het kanaal duiken intussen weer pleziervaartuigen op. Martine Aubry opende een paar jaar geleden in l’Union het CETI, een centrum voor innovatief textiel. Decathlon investeerde recent nog in grote sportinfrastructuur, Kipsta kreeg er haar hoofdzetel. De ambitie voor de site is groot, het werk is nog niet af. Begrijpelijk, want de schaal van dit reconversiegebied is simpelweg amper te vatten.

IMG_2484

Achter de huizen

De fietsroute loopt gelijk met het water en eventjes ook gelijk met de expressweg van Roubaix. Het viaduct voor fietsers en voetgangers is van boven tot onder bedekt met graffiti, auto’s razen met een rotvaart voorbij. Na deze passage is het weer rustig fietsen langs het kanaal. Het stuk voorbij l’Union is al sedert de jaren tachtig heraangelegd. Joggers en fietsers genieten van dit stukje stedelijke natuur. Een rat kruist mijn pad en kijkt me met zwarte oogjes even aan. Wat verder kruis ik de aftakking van het kanaal naar Tourcoing, maar ik blijf westwaarts rijden.

Het is een boeiend zicht langszij het kanaal. Langs een waterloop door de stad rijden is niet te vergelijken met een auto via de grote boulevards. Veel voorzijdes zie je niet aan het kanaal, je ziet veelal de achterkanten van huizen, fabrieken. Het is alvast een eerlijker beeld, soms mooi, soms ontluisterend. Ik rijd de laatste kilometers van het kanaal langs sluizen en door woonwijken. Ik bereik de Marque en draai rechtsaf waardoor ik deze kronkelende rivier kan volgen richting Deûle.

Wandelaars komen me tegemoet, lopers met een rood aangelopen gezicht en zwetend lijf knikken me vriendelijk toe. Onder een brug staat een tent. Jongeren staan en zitten op de stoffige grond, hun hond kijkt naar de passanten.

IMG_2490

De loop van de Marque volgen is een leuke bezigheid. Kleine achtertuinen maken stilaan plaats voor sjieke tuinen van villa’s. Dan schuift weer een leegstaand fabriekje langs, gevolgd door een gloednieuwe ‘waterfront’ontwikkeling zoals ontwikkelaars dat graag noemen. Hier wordt stilaan gebouwd naar het water toe, niet weg van het water. Een onbestemde geur dringt een paar honderd meter mijn neus binnen als ik ik de verte een immense fabriek zie staan langs de oevers. De mondiale groep Lesaffre heeft hier een gistfabriek staan. Hoe vaak ben ik al door Marcq-en-Baroeul gereden? Nu ik het met de fiets doe langs het water zie ik dingen die ik vroeger nooit zag. Benieuwd wat de Deûle me brengt.

Bart Noels

In de volgende aflevering fietsen we langs de Deûle en de Leie.

Met dank aan Zuidwest. Deze reportagereeks verscheen in 2016 bij UiT in Zuidwest

%d blogueurs aiment cette page :