De Blauwe Ruit: de Deûle en de Leievallei

Je kan de hele metropool rond fietsen met water aan je zijde. Je peddelt van platteland naar stad, van open golvend landschap door betonnen stadsvalleien en langs groezelige achtertuinen naar groene vlakten, van de ene regio naar de andere. Water kent geen grenzen, net als deze fietstocht. UiT neemt je in drie episodes mee langs de blauwe ring. Van de Scheldevallei naar Roubaix, van de Deûle naar de Leie.

Ik rijd door Marcq-en-Baroeul en bereik Marquette-lez-Lille waar het kanaal van Roubaix aantakt op de Deûle. Ik kom plots in een andere wereld. De kronkelende rivier met het vele groen aan de oevers ruilt plaats voor een brede stroom in een open landschap. Aan de overzijde van de rivier zie ik een groot vervallen gebouw, ervoor een verzamelplek van oud ijzer. Het grote gebouw – dat je ook vanaf de snelweg richting Duinkerke kan zien – heet ‘Les Grands Moulins de Paris’. Deze bloemmolens zijn gebouwd in 1921 en vormen een plek met een rijke industriële geschiedenis. De site is verlaten sedert 1989, vandaar het kapotte dak. Binnenkort zouden hier werken moeten starten om in een gebied van 55 hectare woningen, diensten én natuur te ontwikkelen.

Slapen in een container

Hoe indrukwekkend ook de overzijde van het water is, ik heb mijn aandacht nodig om niet in de treinsporen te rijden die langs en door de fietsweg lopen. Ik ben intussen halverwege mijn tocht, ik moet nog de Deûle afrijden richting Leie. Ik schakel een versnelling hoger.

IMG_2502

Voorbij de brug van de noordelijke ringsnelweg van Rijsel kijk ik naar Wambrechies. Hoewel ik nog maar net de drukke Rijselse agglomeratie aan het uitrijden uit ben heb ik nu al het gevoel dat ik naar een Zuid-Frans stadje aan het kijken ben. De kerk van Saint-Vaast domineert de smalle straten. Plezier- en rivierboten vrolijken de kaaien op. Iets verder langs de Deûle wordt mijn aandacht getrokken door vreemd gestapelde containers. Wat verder op de weide staat ook een Engelse bus. Dit blijkt een camping en Bed en Breakfast te zijn. “Deûle Insolite” wil bezoekers een unieke ervaring geven door hen te laten kiezen in welk vehikel ze slapen. Mooie ‘roulottes’ zijn voorhanden, maar ook een blitse aistream caravan waarmee je je in Amerika kan wanen.

Hoe noordelijker ik begin te rijden, hoe rustiger en groener het landschap wordt. Ik kruis nog amper fietsers en joggers. Na een tijdje rijd ik helemaal alleen op het jaagpad en dat zal zo blijven tot ver in de Leievallei. Ik ben blijkbaar in een heel rustige uithoek van de Eurometropool beland. Quesnoy-sur-Deûle passeert onder mijn wielen. Ook hier staat een mooie kerk, kijk ik naar rustige straten een kleine plezierhaven. Grote schepen schuiven intussen voorbij richting Rijsel.

IMG_2508

Groene ader

Na een tijdje kom ik aan Deûlemont en de samenvloeiing van de Deûle en de Leie. Die laatste lijkt een brede rivier, maar dat is maar schijn. Eventjes verder stroomopwaarts versmalt de Leie tot een klein gemoedelijk riviertje. Het is de Deûle die de Leie haar ampleur geeft vanaf de samenvloeiing. Het is hier heerlijk fietsen. De natuur heeft de bovenhand. Na het kanaal van Roubaix, de Marque en de Deûle blijkt uiteindelijk de Leievallei de groenste ader te zijn van de blauwe ring.

IMG_2524

Ik rijd naar het oosten aan de zuidelijke Franse kant van de Leie. Over de rivier ligt een streep Wallonië: Comines-Warneton. Ik passeer eerst Warneton. Nu ligt dit stadje in de periferie, maar vroeger was dit een draaischijf voor handel, op het kruispunt van het water naar Gent en Rijsel, op een boogscheut van Ieper.

Wat verderop ligt Komen. Dit is een grensstad bij uitstek, het Waalse Comines is buur van het Franse Comines. In het Belgische noorden vind ik een straat met friet, kebab en tabak. Over de brug in het Franse Comines vind ik merkwaardige gebouwen zoals de kerk van Saint-Chrysole. Bij de wederopbouw van dit stadje na de Groote oorlog koos men om een voor die tijd heel innovatieve kerk te bouwen. Het skelet bestaat uit het toen gloednieuwe materiaal gewapend beton. De stijl van de kerk is neo-byzantijns en het gebouw is van de hand van architecten Maurice Storez en Dom Bellot.

IMG_2531

Grotere schepen op de Leie

Een gelijkaardig stedenkoppel vind ik een paar kilometer verderop met het Vlaamse Wervik en het Franse Wervicq Sud. Intussen ben ik Zuid-West-Vlaanderen binnengereden. Dat ik Vlaanderen binnen ben merk ik aan de kwaliteit van de fietsweg, aan het aantal recreatieve fietsers en helaas ook aan de verminderde hartelijkheid van de passanten. Ik was het intussen al meer dan vijftig kilometer wel gewoon om van bijna iedereen een groet terug te krijgen.

Ik rijd langs de Balokken. Dit eiland is gecreëerd bij de rechttrekking van de Leie in 1991 om grotere binnenschepen over de rivier te laten passeren. Op het eiland is een park van 20 hectare gecreëerd, op termijn moet het hele eiland een park zijn. In het centrum van Wervik zijn grote werken bezig. Net zoals in Kortrijk en Harelbeke de Leie verbreed en verdiept wordt en bruggen worden verhoogd is dit ook het geval in Wervik en Menen. De Leiewerken moeten het toelaten de rivier bevaarbaar te maken voor grote schepen. De werken passen in een grotere ambitie om het Seine- met het Scheldebekken te verbinden en dit voor schepen met ladingen tot 4.500 ton. Een nieuw kanaal van 106 km tussen Compiègne en Cambrai is de belangrijkste investering van dit internationaal project. Langs alle waterlopen die deel vormen van het netwerk moet ook de infrastructuur worden aangepast. Zo is een vrije hoogte van zeven meter onder de bruggen nodig. Dat is dus ook nodig hier in Wervik.

Ik blijf aan de zuidkant van de Leie fietsen en passeer een Franse containerhaven. Hier zijn de Fransen niet blijven stilzitten en verwachten ze heel wat van watertransport in de toekomst.

IMG_2534

Een paar kilometer stroomafwaarts passeer ik de sluis van Menen. Die dateert van midden de jaren tachtig en is gebouwd met het toekomstscenario van de grote schepen voor ogen. De sluis in Menen heeft een lengte van 185 meter een breedte van 12,5 meter.

Ik observeer even de gebruikelijke bedrijvigheid bij Galloo, een Belgisch-Frans bedrijf dat aan beide kanten van de Leie actief is. Deze mastodont van de recyclage is herkenbaar aan de windturbines op de site. Het bedrijf haalde recent nog het contract binnen om de Flinterstar te ontmantelen en te recycleren. Dit is een bedrijf dat op vandaag al flink profiteert van de mogelijkheden van vervoer over water.

IMG_2536

De jachthaven van Halluin ligt er zonnig bij, de vlaggen wapperen in de wind. Hier vond vorig jaar nog het grensoverschrijdende muziekfestival Heart Beats plaats, een unieke organisatie van Vlaamse en Franse muziekclubs op een eiland in de Leie. De logistieke noden waren bovenmaats, net als de veiligheidseisen, wat laat vermoeden dat een eventuele volgende editie op een gemakkelijker bereikbare plek zal plaats vinden. Maar die eerste editie smaakte alvast naar meer.

IMG_2539

Bij de brug van Menen starten de laatste kilometers richting Kortrijk. Hier zijn de Leiewerken nog niet begonnen, hoewel het stilaan tijd wordt. Knelpunt bij de Leiedoortocht is hier de nodige hoogte van de brug. De helling vereist dat de brug verder in de straten landt, waardoor meer onteigend zal moeten worden. Een vraagstuk dat heel wat discussie en ook emotie bij de eigenaars van de aanpalende huizen losweekt. De ingenieurs zullen sowieso de brug moeten verhogen, dus is het alvast uitkijken naar het ontwerp dat de technische noden van het Leietransport combineert met de noden van Menen.

Ik rijd met de wind in de rug naar de Groeningestad. De silte en rust van de Deûle liggen al lang achter mij. Ik ben stilaan omcirkeld door wandelaars en fietsers, waarvan velen intussen een elektrisch motortje als hulp hebben. Ik bol Kortrijk binnen met een kleine 90 kilometer op de teller. De blauwe ring was de moeite. Fietsen langs het water heeft me de metropool leren kennen op een heel andere wijze.

Bart Noels

Met dank aan Zuidwest. Deze reportagereeks verscheen in 2016 bij UiT in Zuidwest

%d blogueurs aiment cette page :