Les nouvelles de la région transfrontalière – Nieuws uit de grensregio
408km – rit 5: Bouvines – Armentières
Op het einde van Le Grand Tour trekken we langs de grenslijn van de Eurometropool, een tocht van 408 kilometer. Van Armentières tot Ruiselede, van Enghien tot La Bassée. Op zoek naar de verhalen in de periferie van onze grensregio. In deze laatste etappe trekken we door het zuiden van de metropool Lille, van Bouvines…
Houten latjes in de periferie
De grensovergang tussen Hertain (BE) en Baisieux (FR) is een non-gebeuren. De gebruikelijke tabak en alcohol is er wel. Maar ik rijd de grens over zonder het echt aan te voelen. Het gebied lijkt naadloos over te lopen. Maar enfin: ik ben opnieuw in Frankrijk! De laatste etappe op mijn tocht. Dit Franse stuk biedt de kortste grenslijn van de Eurometropool, alle densiteit in deze regio bevindt zich op de as Tourcoing-Roubaix-Lille. Dat maakt deze landelijke zuidergrens van de metropool Lille des te fascinerender. Wat tref ik aan in de periferie van een grootstad?
Wat me opvalt is dat de recente supermarkten in Le Nord allemaal met houten latjes zijn beslagen. Kijk ook maar eens verderop in Neuville-en-Ferrain waar de Auchan sedert een tijdje vergezeld wordt door een conglomeraat van winkels. Op de gevels: allemaal houten latjes. Het lijkt een excuus om de perifere ligging van de meeste koopcentra te verhullen. Ook hier dus in Camphin-en-Pévèle: de nieuwe Super U heeft de uitstraling van een boshut. Wat verder wordt de ironie ten top gedreven met het ‘So Green’ winkelcentrum bij Lesquin. Intussen is de handel in de dorpen niet op sterven na dood, maar sedert de jaren tachtig gewoon weggevaagd.
Bouvines
Ik houd halt bij de kerk van Saint-Pierre de Bouvines. Een statig gebouw bovenop de heuvel, met een verrassend interieur. De glasramen vertellen het verhaal van de slag bij Bovines in 1214. Bouvines hoorde in die tijd tot het Graafschap Vlaanderen. De Franse koning Filips II vocht er met een onder leiding van de Rooms-Duitse keizer Otto IV. Dit was op zich een strijd tussen een leenheer en een vazal. Maar de Franse overwinning inspireerde de latere mythevorming: tal van kunstenaars schreven of bezongen deze strijd. Tot eind de negentiende eeuw zelfs, toen de glasramen in deze kerk werden geplaatst.
Vijftien jaar geleden had Lesquin nog een regionale luchthaven met ambitie. Intussen is deze luchthaven uitgegroeid tot een serieuze Europese draaischijf voor passagiers- en vrachtvervoer. Meer dan twee miljoen personen per jaar nemen er een vlucht, voornamelijk naar de landen rond de Middellandse Zee. Ik ga even vliegtuigen spotten aan de weg tussen Lesquin en Fretin.
Zweven in de lucht
Vliegen kan je ook in de vrije val simulator Weembi wat verderop. Ik kijk even mee naar een initiatie. Het lijkt bijzonder moeilijk om stabiel te zweven, terwijl krachtige ventilatoren windsnelheden produceren tot bijna 200 kilometer per uur.
Fort van Seclin
Dit fort is nu een privaat museum gewijd aan de Eerste Wereldoorlog. Het bakstenen gebouw bevindt zich overwegend ondergronds. Het is één van de forten die Lille moest beschermen en is gebouwd vanaf 1874. Het fort maakte deel uit van een gordel van ruim 400 forten tussen Nice en Dunkerque, een gordel die Frankrijk moest beschermen tegen een Duitse inval. Het heeft geen noemenswaardige rol gehad in de Eerste Wereldoorlog, Lille werd zonder veel poespas ingenomen door de Duitsers en het fort bleef intact. Het diende in de Tweede Wereldoorlog nog als executieplaats.
Paradijs
Voorbij Seclin vind ik deze plukboerderij: La ferme du Paradis. De boer kweekt. De klanten komen zelf plukken.
Mosaïc
In Houplin-Ancoisne bevindt zich MOSAÏC. Het natuurpark bevindt zich bij de Deûle, de rivier die de metropool Rijsel verbindt met het mijnbekken in het zuiden. Sedert de vroege jaren negentig wilde de overheid een groene long creëren in dit voormalige industriële bekken. Cadmium, chroom en andere zware metalen dwongen de overheid tot een grondige sanering.
Een dertigtal tuinarchitecten ging er vervolgens aan de slag ging. Het resultaat: tien tuinen met sculpturen die refereren naar ondermeer Afrika, Portugal, Azië, Groot-Brittannië. Geurende planten, vijgenbomen, tijm en anijs bedwelmen je zintuigen. Een Chinees looppad onthult jasmijn en bamboe. Een Britse telefooncel dient als doorgang. Stuk voor stuk scheppen deze stukken landschap een sfeer, die tegelijk intiem en open aanvoelt, door het mooie open landschapspark dat de tuinen verbindt. Vanop de oranje buizenstructuur van een Vlaamse reus krijg je een metershoog uitzichtpunt. Ik ben er al vele keren geweest. Nu is het park gesloten voor de winter. Maar hier alvast wat beelden uit de zomer.
La Bassée
Het zuidelijkste punt van de Rijselse metropool kijkt uit op Lens en haar terrils. Het kanaal d’Aire vormt de grenslijn tussen het departement Nord en Pas de Calais. Het kanaal verbindt de Leie met de Deûle. Het is geen opvallend stadje, maar het kent een bewogen geschiedenis. In de middeleeuwen was La Bassée nog een Vlaamse stad, letterlijk in een uithoek, als een soort voorpost.
Ik kijk wat verwonderd naar de kerk Saint-Vaast. Een bizar samenspel van oud en nieuw. Maar ook dat oud is niet zo oud. De huidige kerktoren dateert van na de Eerste Wereldoorlog, maar de betontechnieken waren nog niet zo goed. In 2003 heeft men het schip afgebroken en de toren laten staan en men heeft er een nieuwe constructie bijgevoegd.
Les Weppes
Via Les Weppes rijd ik naar Armentières. De 408 kilometer zitten er stilaan op.
De dorpen van Les Weppes liggen wat achterin de Rijselse metropool. Een niemandsland tussen de drukke metropool van Rijsel en de Franse Leievallei. Deze streek was ook letterlijk niemandsland in de Eerste Wereldoorlog. Les Weppes: een streek waar oorlog en stilte elkaar vinden.
Armentières
De cirkel is rond. 408 verrassende kilometers heb ik achter de rug. De periferie van de Eurometropool was genereus, rijk, divers en ongemeen boeiend. Hopelijk mag deze trip inspirerend zijn voor uw tochten in de grensregio!