Meer dan twintig jaar staat hij in het vak. Hij is de vijfde generatie van een familiebedrijf uit Comines. Emmanuel Dekimpe is een begrafenisondernemer die leven brengt. Met twinkelende ogen en een warme glimlach vertelt hij over zijn vak. Warm en betrokken. “Ik leer families op een andere manier doorleven na een overlijden. Ik help…
Een onopvallend complex in een huizenrij langs het kanaal van Comines naar Ieper. In de etalage staan bloemen, gedenktekens en versieringen. Begrafenissen Dekimpe is een begrip in deze regio. 220 begrafenissen verzorgt dit bedrijf in Comines, in Wervik nog eens 160 per jaar. Het werkgebied strekt zich uit over delen van Frankrijk, Wallonië en Vlaanderen, maar met een focus op de nabije grensregio. “Mijn grootvader was een timmerman, mijn grootmoeder begrafenisondernemer. Ja, zo konden ze elkaar aanvullen.” Emmanuel leidt me rond in het complex, van de toonzaal, via de bureaus naar de kamer waar het lichaam van overleden mensen wordt verzorgd en de ruimtes waar de rouwende families komen afscheid nemen.

Grensoverschrijdende complexiteit
Dekimpe begeleidt in Comines gemakkelijk tot zestig begrafenissen van Fransen per jaar. “Veel Fransen wonen hier in een rustoord, in Comines zijn ruim een derde van onze begrafenissen van Fransen die in hun thuisland willen worden begraven.” En dat blijkt een juridische en administratieve uitdaging te zijn. Zo bepaalt de Franse wet – nog op basis van de Code Napoleon – dat een lichaam in een hermetische kist moet worden getransporteerd over de grens. Bovendien bepaalt een andere Franse wet dat een kist tien jaar gesloten moet blijven. Overlijden in België en vervolgens cremeren in Frankrijk is dus vrijwel uitgesloten.
“Men is die wetten aan het veranderen, hopelijk wordt het in de toekomst eenvoudiger”, zegt Emmanuel. Hij vertelt over aangiftes van overlijdens en de noodzaak van een tweede vaststelling van dit overlijden door een andere dokter. Over het feit dat een politieman aanwezig moet zijn bij het kisten. Over goedkeuringen door de prefectuur. En over nog vele andere vereisten bij grensoverschrijdend transport van stoffelijke resten. Dit geldt voor deze grensregio, in het grensgebied van Frankrijk en Spanje worden dan weer andere regels toegepast. Daar is een zinken kist bijvoorbeeld niet verplicht.
En dat zijn dan nog maar de overheidsregels, ook de kerk maakte het al eens complex. “Als iemand werd gecremeerd in België en in Frankrijk een katholiek afscheid wilde hebben, dan was dat moeilijk. Want je moest éérst afscheid nemen van het lichaam in de kerk en je kon dan pas cremeren. Dit is veranderd. Nu is een urne – in plaats van een kist – toch toegestaan op het afscheid.”
Emmanuel Dekimpe kijkt jaloers naar de Benelux, waar transport vrij kan tussen de landen, zonder veel regels. Toch zit er een prettig weerhaakje aan deze complexiteit. “Net omwille van de complexiteit doen Fransen graag beroep op onze diensten. Omdat wij weten hoe het moet. Het geeft ons dus in zekere zin ook werk. Want vergeet niet: om en bij de zestig procent van ons werk, dat is administratie.”

Helpen herinneren
Nu zou het lijken dat begrafenisondernemer zijn een technische aangelegenheid is. Maar dat is het niet. Als Emmanuel over de ruime inhoud van zijn job praat, dan lichten zijn ogen op. “Op een begrafenis maak je even deel uit van een familie. In deze job moet je goed kunnen luisteren. Als je wil dienen moet je weten wat mensen willen. Ook als men niet zo mondig is, als een afscheid abrupt is, als mensen het moeilijk hebben. Dan help ik hun woorden vertalen. Dan zoek ik naar anekdotes, dan help ik hen herinneren. Mijn werk is mensen te laten begrijpen dat er iemand dood is, dat hun leven doorgaat, maar dat ze het overlijden een plek moeten geven. Ik leer ze op een andere manier doorleven, zodat ze bewust omgaan met het overlijden. Dat zit in kleine dingen, bijvoorbeeld een betekenisvolle foto kiezen.”

Altijd anders
In Comines bouwde Emmanuel een aula uit waar tot vijftig personen een dienst kunnen bijwonen. “Meer en meer mensen kiezen voor een afscheid in intieme kring. En aan die vraag willen wij voldoen. In Wervik hebben we bovendien een zaal waar tot 150 mensen kunnen plaatsnemen.”
“Elke begrafenis is anders. Een routine wordt het nooit. Ik heb best een complexe job. Ik moet op de hoogte zijn van de wetgeving, tot aan erfenisrecht toe, want daar krijg je ook wel eens vragen over. Ik ben het eerste contact voor de familie na een overlijden. Dus ben ik ook psycholoog, ik moet ook voldoende empathie uitoefenen. Communicatie is een ook cruciaal deel van mijn werk. Ik zeg altijd dat ik niet met de doden werk, maar met de levenden.” Emmanuel Dekimpe is gepassioneerd door zijn vak. Hij is ook balsemer en volgde daarvoor een opleiding in Canada. “Wat ik lastig vind aan mijn werk, dat is het contact met families na een accident. Dan moet ik mentaal ook wat afstand houden.”

Al of niet pistolets
Of er opvallende verschillen zijn tussen Vlamingen, Walen en Fransen? Daar moet Emmanuel Dekimpe niet lang over nadenken. “Vlamingen hoeven hun overleden familielid niet meer te zien na het groeten. Bij de Walen wil toch nog ruim de helft aanwezig zijn bij de kisting. Dat is een gebruik van vroeger, toen families constant waakten bij de overledene.” Of nog een verschil: “Als er iemand is overleden, dan willen Waalse landgenoten eerst de overledene gezien hebben. Daarna beginnen we aan het papierwerk. Bij de Vlamingen is het andersom: daar willen ze eerst de administratie doen om dan in alle rust de overleden te bezoeken. Franse klanten zijn nog anders. Zij weten heel goed wat ze willen, ze weten het ook soms beter”, lacht Emmanuel, “Ze zijn heel veeleisend, maar ze hebben ook meer waardering als je je job goed doet. Dan zijn ze ook heel loyaal: als je werk goed was, dan mag je de begrafenissen van de hele familie doen.”

Ook aan tafel zijn de culturen verschillend: “In Vlaanderen hecht men nog vaak aan een warme maaltijd, in Comines eten ze zowel warm als pistolets. In Frankrijk daarentegen doet men geen of amper rouwmaaltijden. Daar wordt niet in groep gegeten na een uitvaart.” En terwijl hij die verschillen uit de doeken doet relativeert Emmanuel: “Tja, Wallonië telt op zich al zoveel verschillende regio’s en verschillende gebruiken.”
Een uitspraak die ons naadloos brengt tot een gesprek over de grensregio. Comines ligt als een Waalse enclave geprangd tussen Vlaanderen en Frankrijk. “Ik voel me een bastaardkind. Ik voel me geen Waal of Vlaming. Ik woon hier, ik werk hier, ik ga fietsen in de Westhoek en ik help mensen uit Frankrijk en België. Ik voel het aan als een rijkdom om met zoveel culturen in aanraking te komen. Ik houd veel van plekken zoals Kemmel. Als je daar op een terras zit hoor je alle talen door elkaar spreken”, lacht Emmanuel.
Bart Noels