Je hinkelt er van het ene in het andere land. Voor de meesten roept de wijk de Barakken in Menen het beeld op van een drukke winkelstraat waar je in het weekend over de koppen kan lopen. Maar voor de bewoners is het een woonwijk, met mooie en minder mooie kantjes. Een boeiende wijk, een…
Het Delorsplein op de grens van Menen en Halluin, een plein op de Belgisch-Franse grens. Het regent lichtjes. Een groepje mannen is aan het praten op een bankje. Auto’s rijden af en aan. Dit plein is het resultaat van een grensoverschrijdende samenwerking. Nieuwe appartementen verrijzen tussen winkels met namen als Porky’s, Palladium Games, Daddy’s burger, Grill Lokma of Patisserie Vincent. De Rijselstraat is al zo divers als haar winkeluitbaters. Tabakswinkels wisselen af met kebabzaken en volkscafés, in de etalages van de bakkers ligt het vol lekkers. Dit is ook de hoek van de wijk de Barakken, geprangd tussen de Leie, de Franse grens en de N32 in het oosten.

Rijen bussen
“Vroeger stonden hier rijen bussen, om textielarbeiders naar hun shift te brengen”, zegt Marianne Verhaeghe, geboren en getogen in de Barakken. “Ik heb nog heel duidelijk dat beeld, toen ik als kind met mijn moeder door de Rijselstraat liep. Die grensarbeiders waren goede klanten bij de bakkers en de slagers. De middenstand deed het uitstekend. Dat is beginnen keren in de jaren zeventig. Toen stonden er mettertijd nog drie bussen. En erna was het gedaan.” Marianne vertelt honderduit over haar uitstapjes als kind, naar de ‘jardin public’ van Halluin, naar de jaarlijkse stoet met lampionnen in het Franse stadje. “Wij zeggen Halewijn”, lacht ze. “En bovendien: de Barakken, dat zijn de Barakken, dat is Menen niet. Als we vroeger naar het centrum gingen, toen zeiden we dat we naar Menen gingen.”

Als kind van de volkswijk groeide ze op op een paar meter van de grens. Frans en Nederlands liepen in elkaar over, uitstapjes over en weer waren gebruikelijk. Leven op de grens was letterlijk leven zonder veel grenzen te voelen. “Wij keken naar televisie in het Frans. Zo leer je de taal gemakkelijk.” Wat haar later nog van pas kwam, als leerkracht in de lagere school. “We hadden altijd wel kinderen van Halluin bij ons. Net zoals er kinderen van de Barakken in Frankrijk school liepen, hoewel dat meer in de generatie voor mij was.”

Wijk in transitie
Maar intussen is veel veranderd. De wijk. De mensen. De winkelstraat in de Barakken heeft nu meer tabaks- en telefoonwinkels dan slagers. De huizen van oudere bewoners gaan over naar nieuwkomers. “Het schoolgebouw waar ik jaren les gaf staat er niet meer. Door de veroudering van onze wijk en daarmee een verminderd leerlingenaantal, door de trend van besparingen en een scholenfusie trok de school weg. Daarna heeft het gebouwtje nog gediend als ontmoetingsplek. Het is een jaar geleden afgebrand”, zegt Marianne. “Ik ben nu met pensioen, maar ik mis het nog, het contact met de kinderen.”
De mensen zijn onzeker
En er is wel meer dat ze mist als actieve buurtbewoner. Het feit dat de buren niet meer zo spontaan buiten zitten, zoals ze vroeger nog heeft gekend. Of het feit dat de stad niet volop investeert in de Barakken. “Dat is al in de tijd van mijn ma dat we dat hier zeggen in de wijk. De Barakken, dat is de rest. Wij komen niet als eerste aan de beurt.”
Niet enkel de wijzigende demografie vormt een uitdaging voor de wijk, maar ook de op til zijnde Leiewerken, waarbij een nieuwe brug moet worden gebouwd tussen de stad en de Barakken. Werken waar al veel inkt over gevloeid is. “De mensen zijn onzeker. Over de timing. Over de onteigeningen. Over het – verhoopte – mooie Barakkenpark.”

BarakFutur
Net die context van een wijk in transitie was een uitdaging voor vormingswerker Kurt Declercq om er samen met collega’s van verwante organisaties een paar jaar geleden een project te starten: “BarakFutur”. In de wijk werden foto’s gemaakt en verhalen verzameld in een atlas, werd een museum-voor-één-dag opgericht, werden avonden ingericht waarin bewoners vertellen over het verleden en heden van de wijk.
Het is met gemengde gevoelens dat Kurt terugblikt op het wijkproject, het werk is af en tegelijk nog niet. “Hier ligt zoveel klaar: de organisaties, het engagement van mensen. We zouden het moeten kunnen verduurzamen.” Kurt geeft aan dat het zoeken blijft om alle bewoners van de wijk te betrekken bij wijkontwikkeling, ook de nieuwkomers. “Wat werkt voor de ene groep werkt niet altijd voor de andere.”
“Hier is nood aan een ontmoetingsplek”, beaamt Marianne. “BarakFutur heeft mensen van achter de muren van hun huis gehaald. En dat moeten we nu zien te behouden. Ik en vele andere mensen wonen hier ondanks alles nog heel graag.”
Bart Noels
Meer info
https://barakfuturblog.wordpress.com
https://www.facebook.com/events/709698776034259/
Love on the bridge, 30 september 2018
BarakFutur wordt afgesloten met een evenement “Love on the bridge”. Frederic Dehaudt van het Centrum Stedelijke Acupunctuur presenteert er samen met de bewoners een theatervoorstelling die de ziel van de Barakken weergeeft. De Barakkenaars geven die dag hun kijk op hun buurt, gepresenteerd als een brief aan de toekomst. Er is een expo met verhalen en ‘Les Figurettes Fénoménales En Plein Public’ zullen samen met een gelegenheidsharmonie een fleurige stoet door de Barakken vormen.
Aan de Leiebrug vind je intussen ook het ‘Musée d’Art Contemporain de la ville de Menin” met teksten, objecten en materiaal verzameld en gemaakt in de Barakken. Dit zelfverklaarde museum is een initiatief van Nicolas Van Elslander (vzw Michel!) en Frederic Dehaudt.
Barak Futur is een initiatief van Samenlevingsopbouw West-Vlaanderen, Vormingplus MZW, bewonersgroep De Barakkenaars, Karel Waignein – Photographer, CSA – Centrum voor Stedelijke Acupunctuur, Michel! vzw en erfgoed zuidwest.